Vanmiddag,
23 oktober 2016,
genomen in
het Westrand-Park
in Roosendaal.
De herfst
is mooi.
Soms net
een “schilderijke”.
Tag archieven: Roosendaal
Wonen wij straks naast een mestfabriek?
Met verbazing volg ik de laatste maanden de berichtgevingen rondom de komende biomineralenfabriek in Roosendaal. Zie vandaag BnDestem
Ik dacht altijd dat ik me geen zorgen hoefde te maken over het vestigen van bedrijven om de hoek, die slecht zijn voor onze gezondheid of milieu. Welnu, deze gedachte blijkt onterecht. Terwijl NIEMAND precies weet wat de directe gevolgen voor omwonenden zijn op het gebied van volksgezondheid en geuroverlast, lijkt het erop dat de Gemeente Roosendaal weinig bezwaar maakt tegen de komst van deze mestfabriek. Wethouders maken zich liever druk over een uurtje meer of minder gratis parkeren in de stad. Maar wanneer het gaat om de VOLKSGEZONDHEID en prettig wonen van de burger, dan wijst de betreffende wethouder simpel naar de vergunningen die verder doorlopen dienen te worden, en verder zoeken we het maar uit. Hij woont vast niet om de hoek.
We hadden vroeger de SuikerFabriek, we hebben nu nog de vuilverbranding en ach, die wijk de Westrand kan er als buren nog wel een mestfabriek bij hebben. Terwijl ieder weldenkend mens toch kan bedenken dat zo’n fabriek op een industriegebied thuis hoort, waar geen complete wijken naast liggen. Ik wijs naar de foto.
Staat u kritisch tegenover de komst van deze mestfabriek, zoek dan op Facebook naar “werkgroep Biomineralen”. Zij doen er gelukkig van alles aan om dit tegen te houden.
Mocht de fabriek er wel komen, dan ga ik waardevermindering van mijn huis maar eens berekenen. Deze rekening stuur ik dan naar de Gemeente Roosendaal. Betalen ze vast snel dan, want geld is het enige waar ze niet zo wakker van liggen. Of ontvangen ze liever dan dat ze uitgeven, zou dat de trigger zijn?
Voorlopig ga ik er vanuit dat er nog genoeg gezond verstand bestaat en onder druk van de publieke opinie deze mestfabriek hier niet gaat komen. Het is in ieder geval tijd dat er door de Gemeenteraad Roosendaal een frisse wind gaat waaien. Want anders hebben wij die straks niet meer in onze wijk, en mogelijk de hele stad.
Het ‘geheime’ varkensmestverwerkingsbedrijf of hoe een gemeente aan klungelt.
Onderstaand artikel is geschreven door buurtgenoot Frans Konings, en eerder op 29 april gepubliceerd op Roosendaal.Dichtbij.nl In overleg met Frans plaats ik dit ongewijzigd hier door.
ROOSENDAAL – Vorige week zondag 24 april verscheen in de Roosendaalse Bode bij de openbare bekendmakingen van de omgevingsvergunningen een wel heel aparte melding. Vermeld werd buiten het registratienummer en de datum: Roosendaal, locatie Sectie A Perceelnr. 3223; Omgevingsvergunning Fase 1 voor het realiseren van een productiebedrijf.
Een wel erg geheimzinnige, wellicht onbewust (of misschien juist bewust), zo neergezette omschrijving die nou niet direct inzicht verschafte in waar deze melding betrekking op had. Nou zijn openbare bekendmakingen er voor bedoeld, dat mensen kunnen zien dat als zij belangstelling hebben voor de te ondernemen activiteit die vergund gaat worden of wellicht van zins zijn bezwaren te maken tegen die activiteit, dat die activiteit of wat dan ook in procedure is genomen en het dus tijd voor hen is om in de kuierlatten te klimmen. Ook wordt dan vermeld dat men de ingediende aanvraag of vergunning in kan zien bij de publieksbalie van het stadskantoor.
Telefonisch navraag, de ambtenaar moest ook even zoeken en nee hij kon er ook niets aan doen dat het zo in de Bode stond, leverde het gegeven op dat het hier het bedrijf Biomineralen B.V. betrof (nog zo’n geheimzinnige naam die iets te maken had met varkensmest). En: ‘Nee meneer, er staat wel productiebedrijf, maar ze produceren dus geen varkenspoep, maar maken van die varkenspoep kennelijk iets.’ Waarmee dus ook dat deel van het geheim opgelost was: doodgewoon een varkensmestverwerkingsbedrijf dus, waarover zowat heel Oost-Brabant al op zijn kop gestaan heeft of nog staat, omdat die dingen kennelijk in heel Brabant als paddenstoelen uit de grond rijzen.
Niettemin, met zo’n melding moet het toch iets aparts betreffen, want anders zou iedereen echt wel direct mogen zien waarover die omgevingsvergunning nu eigenlijk gaat en wie hem aanvraagt, toch ? U raadt het al. Op naar het gemeentehuis. Auto parkeren , aanmelden, nummertje trekken en in de wacht met nr. I 606. Na een kwartier word ik verwacht aan balie 9. Ook hier weer enige verwarring. ‘Een aanvraag inzien?? Op locatie kadastraal A 3223 van een productiebedrijf ???? Ha, U heeft gelukkig et registratienummer, dat scheelt enorm!’. n mijn ‘onschuld’ verwacht ik een map , zodat ik in alle rust kan gaan zitten lezen. ‘Nee , meneer dit is het digitale tijdperk hè, we hebben geen papier meer. U moet het hier op de monitor lezen.‘ Ik zal niet ontkennen dat ik haar nogal ongelovig en verbouwereerd aanstaarde. ‘Aan de balie? Hier ? Maar ja, dat gaat even niet, want achter de computer zit een meneer-ambtenaar te bellen, sorry telefoneren, en die is zo te zien niet genegen om zo maar op te staan. Wachten dus, terwijl ik hem begin te knijpen voor de parkeermeter buiten, want de aanvraag die ik wil lezen telt 9 bijlagen. Meneer de ambtenaar is klaar en de mevrouw- ambtenaar probeert de aanvraag tevoorschijn te toveren op het digitale scherm. Jammer. Acrobat Reader verdomt het. ‘Tsja, digitale tijdperk hè.’mompel ik.
Ondertussen wordt er van gedachten gewisseld of ik misschien de documenten niet via e-mail overgemaakt kan krijgen. Maar nee, dat schijnt in dit stadium van de procedure niet te mogen. Ik blijf aandringen dat ik de stukken wil in zien en merk wel even fijntjes op dat ze niet ter inzage liggen,zoals in de wet is voorgeschreven, maar dat ze ter inzage staan
en dat ook nog niet eens, want het digitale tijdperk staat even stil.
Er is inmiddels ruim een half uur baliehangend voorbij. Over nog een half uur hang IK er aan omdat mijn parkeermeter, die staat niet stil, dan verraadt dat het bij de gemeente niet zo vlot gaat. Maar de mevrouw-ambtenaar weet raad. We verhuizen met heel ons hebben en houwen (niets dus, digitaal tijdperk hè) naar balie 5 .De monitor van balie 5 wordt wat gedraaid, dat wordt stijve-nekken–werk, en de mevrouw-ambtenaar tovert de vergunningaanvraag te voorschijn.
‘Zegt u maar wat u wilt inzien. ‘ ‘Uh. Moet ik dat dus hier gaan staan lezen ?’
De ogen van zo’n vijftien bezoekers in de wachtruimte priemen in mijn rug. Ik zeg dat ik graag het geurrapport zou inzien en verwacht elk moment ook de muis toegeschoven te krijgen. Niets daarvan dus. De muis is en blijft in het bezit van de mevrouw-ambtenaar, lustig scrollend naar de pagina die ik zo graag zie. Eigenlijk meer om haar een plezier te doen, dan dat ik het nuttig vind, vraag ik nog een pagina van een ander rapport. Na nog een kwartier, tiktik zegt de parkeermeter, geef ik aan dat dit toch niet de bedoeling kan zijn en vraag haar zo ik alle 9 bijlagen, van gemiddeld zeg vijftien pagina’s, had willen lezen of dat dan zo door gegaan was. Ik zie dat ze er niet aan had moeten denken dat dat gebeurd zou zijn. Een baliehangende man die ongeveer 3 uur lang in documenten gluurt, terwijl zij de muis bestuurt.
Ik dank haar voor haar inzet en wandel, ik heb nog tien minuten, het gemene
huis uit. Gemene huis ja. Gemeen dat zij haar werknemers opsolfert met zo’n
onzin. Gemeen omdat zij haar burgers kennelijk niet serieus wenst te nemen, maar daar wel de mond van vol heeft.
Ik vergeet bijna waarvoor ik kwam. Ik kwam voor inzage in de aanvraag om een omgevingsvergunning van Biomineralen B.V. aan de Potendreef, tegenover de Vuilverbrandingsinstallatie van Suez. Geen productiebedrijf, maar een varkensmestverwerkingsbedrijf waarover kennelijk ingewikkeld gedaan moet worden en waarvoor het kennelijk van belang is dat de inspraakprocedure zo onaanlokkelijk mogelijk gemaakt moet worden. Ja, ook nu vrezen mensen terecht stankoverlast van dit bedrijf en kennelijk is de gemeente Roosendaal de stankproblematiek vergeten die met name de wijk Westrand in de jaren ‘80 tot over 2000 ondervond .De gemeente mag het dan vergeten zijn, de oud westrandbewoners zijn het nog lang niet vergeten.
Overigens kan Roosendaal wat dit betreft nog iets leren van de gemeente Valkenswaard die de ter inzage legging in het kader van de openbare bekendmakingen digitaal via twee aanraakschermen met buttons in de wachtruimte van de publiekshal heeft georganiseerd. Vroeger kon men ook in de bibliotheek terecht om de stukken in te zien. Nu moet men het doen met een niet te begrijpen aankondiging in de Roosendaalse Bode en een belachelijke, haperende en onmogelijke situatie aan de publieksbalie.
Eigenlijk zou iedereen in Roosendaal eens echt de stukken van wat dan ook moeten gaan lezen aan de balie. En dan gewoon thermosfles en brood meenemen.
Tot slot. De gemeente Roosendaal heeft het voor elkaar gekregen dat zonder dat deze varkensmestverwerker in bedrijf is, het al is gaan stinken.
(Dit artikel is geschreven door Frans Konings uit Roosendaal)
Dankjewel Jan van den Bouwhuijsen
Het was donderdagmiddag, voor kerstavond. Ik ging met de hond lopen en hoorde iemand achter mij roepen. “John” en wat later toen ik bij hem stond “ik heb wat voor je”.
Jan van den Bouwhuijsen (ik ben mijn hele leven meneer blijven zeggen) vroeg of ik bij hem langs wilde komen, want hij had iets bijzonders voor mij. We spraken dezelfde avond af, kerstavond. Het werd een bijzondere avond. Jan heeft zich zijn hele leven ingezet voor het cultureel erfgoed van Roosendaal en ook voor het religieus erfgoed. En voor de kerk, en de Kruiskerk in het bijzonder. Hij was de laatste tijd thuis bezig met het opruimen van zijn verzameling Brabantica. Jan kon daar prachtige verhalen over vertellen. Ook deze kerstavond. Bij het opruimen van zijn vitrine kast hield hij telkens een prachtig porseleinen wijwaterbakje over. Een wijwaterbakje met een verhaal. Het bleek geweest te zijn van Janus en Coba Kerremans, een oom en tante van mijn vader, waar mijn ouders in 1960 het huis van gekocht hebben in het centrum, waar ik een jaartje later ben geboren. Janus Kerremans was net als Jan betrokken bij de bouw van de Kruiskerk. Rond mijn 6e jaar zijn we verhuisd naar de Westrand in Roosendaal, en werden daarmee straatgenoten van de familie van den Bouwhuijsen. Het prachtige wijwaterbakje had Jan ooit gekregen van ome Janus, en het zou zo maar kunnen dat dit ooit gehangen had in het huis waar ik geboren ben. Nu, op kerstavond, vond Jan het fijn om het aan mij te kunnen geven. Deze mooie avond ontstond een fijn gesprek, zoals altijd bij Jan en Ermelinde aan tafel. Toen ik tegen half tien naar huis ging stond de tafel nog steeds gedekt.
Jan vertelde over zijn hartklachten in de maand november en de lopende onderzoeken waar hij in januari uitslagen van zou krijgen. Met een glimlach op zijn gezicht, een gelatenheid zou ik haast zeggen. “Ach John, een mens moet ergens aan dood gaan en als ik nu nog eens 2 jaar mee kan, dan zijn we 50 jaar getrouwd, en dan is het goed.”
Jan straalde tevredenheid uit over zijn leven, een dankbare man die mij vertelde dat alles goed kwam. Hij kon altijd al luisteren naar je verhaal, zonder met zijn eigen sores te komen. Echt luisteren. Die mensen zijn zeldzaam. Met Jan kon je praten over je twijfel aan het leven, aan de maatschappij of aan je geloof. Hij luisterde. Deze kerstavond hebben we het gehad over zijn ouder worden, over zijn nuchterheid en vertrouwen. Dat hij geen angst had voor de dood.
Op woensdag 6 januari stond ik op het punt om naar hem toe te gaan en te vragen hoe de uitslag was van zijn hartonderzoeken. Op dat moment kwam Ermelinde met haar schoondochter mijn tuintje in lopen. Jan was de avond ervoor rustig in bed overleden.
Jan van den Bouwhuijsen is 80 jaar geworden. Een bijzondere man. We gaan hem missen. Ermelinde heeft met haar kinderen en kleinkinderen een prachtig afscheid georganiseerd. Jan zou trots zijn geweest. Oude rituelen werden zowel in de kerk als op de begraafplaats uitgevoerd. En mooie eerlijke verhalen werden verteld. Er werd gelachen in de kerk.
Jan was een realist, die oude uitspraken gebruikte als “Zand erover.” Een uitspraak die ik nooit koppelde aan het begraven van mensen. Tot we allemaal met een schep het zand op Jan zijn kist konden gooien.
Als ik voortaan deze woorden “zand er over” hoor, zullen ze me altijd terug brengen naar de bijzondere kerstavond van 2015. Het wijwaterbakje krijgt een bijzondere plek in ons huis Jan. Dankjewel.
Roosendalers wonen tussen het afval.
Afval, ons luxe-probleem. De hele wereld heeft een probleem met afval, en omdat de mens alsmaar “meer” wil, blijft het een uitdaging om het afval te minderen. Ik vertel niks nieuws.
De Gemeente Roosendaal heeft de afgelopen jaren op alle fronten geprobeerd om mee te denken in dit probleem. Ze zijn echter vergeten rekening te houden met het feit dat je gedrag sneller positief kunt beïnvloeden dan negatief. Geld stimuleert in negatieve zin, geen bewustwording. Maar goed, leg dat een ambtenaar eens uit.
We hebben allemaal 3 containers, scheiden tot we een ons wegen en moeten betalen wanneer we meer dan 2 keer per jaar naar de vuilstort gaan. En dan heeft men ook nog een ingewikkelde regeling gemaakt waardoor je moet gaan betalen als je iets meer dan gemiddeld je restafval-container aanbiedt.
Kortom: men wil de burger laten participeren, maar ook de volle rekening laten betalen. Want, aan afval moet verdiend worden. Hoe? Dat zijn ze blijkbaar nog proefondervindelijk aan het uitzoeken, onze ambtenaren. Kijk naar bijgaande foto (achter de Jumbo, Roosendaal West. Fotograaf: buurman Frans Konings) dan zie je, dat het allemaal niet zo lekker loopt. De bewustwording lijkt bij een deel nog niet begonnen te zijn.
De vraag is nu: Wanneer beseft men in de politiek dat je systemen “makkelijk moet maken” zodat de burger ook mee wil werken?
Heus, ik besef dat het gaat om waarden en normen.
Maar beginnen deze niet, daar waar de plannen bedacht worden?
Hoe dan ook…
We mogen alles scheiden en straks wellicht nog wegbrengen ook?
En meer betalen, maar natuurlijk.
Mijn oproep aan de politici van Roosendaal:
Probeer een probleem eens om te denken. Kom dan met een oplossing waar ook de burger zich prettig bij voelt en het algemene belang wordt gediend. En ruim tussendoor gewoon de rotzooi op die door je eigen beleid wordt veroorzaakt. O nee, sorry, dat mogen we zelf doen ja.
P.S. Heb je Facebook? Kijk eens naar de pagina: “ROMMEL IN ROOSENDAAL”.


