Ken je dat? Dat je bij het zien van bepaalde voorwerpen, of het horen van een liedje, altijd aan die ene persoon moet denken. Wij, mijn vrouw en ik, hebben dat met maïs. Tijdens onze laatste vakantie in Normandië spraken we af dat we het alleen nog maar zouden benoemen op de momenten dat er aan beide kanten maïs groeide. Welnu, dat hebben we geweten, want dagelijks reden we over de mooiste landweggetjes aan de kust en groeide de lange Mexicaanse grassen aan beide kanten.

Ons Pa, vond het de laatste jaren van zijn leven, toen hij wat minder mobiel werd, heerlijk om een eindje te rijden. Op zondagen voorin de auto, hele middagen toeren door de omgeving en de wereld bekijken waar hij vroeger fietste. Het laatste jaar van zijn leven (hij is 90 mogen worden) was een kort avondje door de lange schaduwen van West-Brabant al zaligmakend. Er wordt hier de laatste jaren meer en meer mais verbouwd. Als we daar langs reden had pa altijd commentaar. Hier wat voorbeelden:
‘Jeetje, die maïs is vast nog maar net geplant.’
‘Zo, de maïs staat er weer mooi bij dit jaar!’
‘Nou, zo hoog heb ik de maïs hier nog nooit zien staan’.
En zo had hij er nog een paar. Pa had iets met maïs, en, wij nu dus ook. Als ik op de motor ergens langs lange maïsvelden rij, hoor ik mijzelf in de helm zeggen: “Hoi Pa”. Een veld vol met maïs is niet zo maar een veld meer. Het is de herinnering aan vroeger tijden, aan een mooi mens. Ik mag er graag langsrijden. Altijd met een glimlach.