Categorie archieven: Columns

Plastic en wind. Roosendaal en afval.

Plastic en wind zijn helaas niet altijd vrienden. In Roosendaal, en vast ook in andere steden, ontdekte men dit afgelopen week. Een flinke storm, precies op de dag dat men overal hun plastic afval op straat legt, zorgt binnen enkele uren dat het lijkt alsof je op een vuilnisbelt woont.

Als hondenbezitter loop je regelmatig door je eigen wijk (ja, ik ruim ze op die drollen) en bij ons in Roosendaal valt het je overal op dat de Gemeente Roosendaal er moeite mee heeft de stad schoon te houden. Het probleem ligt dan meestal bij burgers die het wat minder nauw nemen met de regels, maar in dit geval bij de gemeente.

We hebben in Roosendaal al 3 containers waarin we ons afval aan kunnen bieden. Papier, GFT en restafval. Uiteraard is “scheiden bij de bron” voor iedereen interessant, dus bedacht men dat ook plastic wel eens apart kon worden aangeboden. Om nu niet iedereen lastig te vallen met een 4e container (onze tuintjes zijn al haast containerparken) bedacht men het al oude ophalen in plastic zakken. Plastic in plastic.

Waar het mis ging? Simpel: de plastic zakken zijn zo dun en zwak dat je er al gaten in scheurt, als je er nog maar naar kijkt. Logisch dat een beetje wind alles door de hele wijk strooit. Bijgaande foto, in Roosendaal West genomen, spreekt voor zich. Persoonlijk breng ik de plastic zakken met plastic zelf naar de container van de gemeente, samen met de hond. Niet iedereen woont er zo dicht bij, dus logisch dat mensen in dit geval “luisteren naar de gemeente” en het aan straat leggen.

Toch benieuwd hoe lang het duurt dat men bij de gemeente wakker wordt en iets beters bedenkt?
Zou het opruimen achteraf wellicht meer kosten dan het scheiden vooraf oplevert?

Dierenliefde?

20121215-185904.jpgOh. Wat houden we toch van dieren. Er spoelt een bultrug aan op een eilandje bij Texel. Terwijl deze prachtige walvis misschien wel de bedoeling heeft gehad om te rusten of te sterven, wie zal het zeggen, gaat heel Nederland er zich mee bemoeien. Voor je het weet is er een kompleet mediacircus losgebarsten. De bultrug wordt tijdens het radionieuws als groter leed eerder genoemd dan de 27 doden in een Amerikaans dorpje.
Blijkbaar drukt verdriet zich uit in kilo’s. Politici zijn onderweg, instanties tegen dierenleed roepen om het hardst. Iedereen heeft een mening.
Ondertussen zweeft het dier door mensenbemoeienis, na een mislukte euthanasie poging ergens tussen leven en dood. Want redden lukt niet, maar doden ook niet. Wie het beest in de ogen kijkt kan het verdriet voelen.

Het is bijna kerst. Kunnen we het beest dan niet slachten. Een walvis van 20.000 kilo levert toch aardig wat porties vlees op?
Maar nee, dat kan niet, dat mag niet.
Vlees komt uit de supermarkt en wordt door onze reclamewereld zelfs “diervriendelijk” genoemd.
Die bultrug heeft een mooier en vrijer leven gehad dan welke plofkip in zijn 6 weken durende leven in een gevangenis ooit heeft kunnen genieten.
Ik zou zeggen, eet smakelijk mensen.
En niet nadenken hoor, wat u in de pan gooit.
Dat stukkie vlees heeft nooit een strand op Texel kunnen vinden.

De Sint vergeet wel eens wat

20121208-220027.jpg
Hoor wie klopt daar kinderen….. We zaten rustig binnen en toen werd er hard op de deur geklopt. Onze dochter ging samen met kleindochter naar de deur. Snel open. Een boel cadeaus. Maar, waar is Sinterklaas dan?

Prulleke:
Opa, waar is Sinterklaas gebleven?

Opa:
Ik denk dat hij al snel weer, samen met Piet, naar andere kindjes is, om daar ook cadeautjes te brengen?

Prulleke:
Maar nu heb ik hem niet gezien?

Opa:
Ja lieverd, maar je weet toch dat hij jou niet vergeten is?

Prulleke:
Ja. Zullen we de cadeautjes naar binnen brengen?

Opa:
Laten we dat maar doen dan…

Bijzonder toch. Hoe we als kind leren geloven in iemand. Die overal tegelijk kan zijn, alles over ons weet en geen enkel iemand vergeet. Zodra we een jaar of 6 zijn, dan is er altijd wel een volwassene die ons uit die droom helpt.

Als we later, de droom vergeten soms, zelf volwassen zijn, dan moeten we zoveel moeite doen, om dat spontane, eerlijke geloof terug te vinden. Of te behouden.

Geloven is moeilijk in een wereld waarin volwassenen denken alles te moeten weten. Maar waar de onwetendheid groter is dan de echte kennis.
Een wereld waarin wetenschappers elkaar met bewijzen voor de gek houden.
Een wereld waarin wordt gestreden om macht en bezit.

Een wereld waarin miljoenen kinderen nauwelijks of niet te eten hebben.
Ik vertel het mijn prulleke maar niet.
Straks wordt ze nog boos op Sinterklaas.
Omdat hij dan toch al die kinderen vergeten is….

Een kerk, wat is dat Opa?

Prulleke:
Opa, wat is dat voor gebouw?

Opa:
Dat is een kerk lieverd.

Prulleke:
Wat is dat, een kerk?

Opa:

20121124-160405.jpgDat is een gebouw waar Opa vroeger kwam, toen hij nog klein was.
Samen met zijn vader en moeder en een heleboel andere mensen, tot hij een jaar of 14 was, iedere week, en daarna steeds minder vaak. Alleen nog met speciale dagen. Met Kerstmis en Pasen en zo.

Prulleke:
Wat deden jullie daar dan?

Opa:
Daar kwamen we wekelijks, om ons geloof in God te vieren, uit te spreken, te bidden en te luisteren. Naar wijze mannen, die daar verstand van hadden.
Die ons leerden dat God woonde in die Kerk.

Prulleke:
Gaan we daar dan ook een keer samen naar toe?

Opa:
Dat kan lieverd, maar dan moeten we ergens anders gaan, want in dit gebouw kwamen op een gegeven moment zo weinig mensen, dat de katholieken het verkocht hebben aan een andere club van mensen, die nog wel zo’n gebouw nodig hadden.

Prulleke:
Maar ging jij dan niet meer naar de kerk dan, toen jij wat ouder werd.

Opa:
Nee, toen opa groter werd, vond hij dat geloven in God eigenlijk niet zo belangrijk. Het leek wel of hij er geen tijd meer voor had, of wilde maken.

Prulleke:
Maar geloofde je dan vanaf dat moment niet meer?

Opa:
Nou, inderdaad is Opa zijn geloof jarenlang kwijt geweest. Het zat nog wel ergens verborgen, alleen wist Opa niet meer waar.

Prulleke:
En heb je het dan weer teruggevonden later Opa?

Opa:
Ja, Opa heeft zijn geloof in God weer teruggevonden. Na jaren van twijfel en tegenslagen ging Opa beseffen, dat hij in die kerk eigenlijk verkeerd had leren geloven. Ze hadden hem geleerd om door de ramen van zijn ziel naar buiten te kijken, naar een licht wat daar ergens moest zijn, en wat in dikke boeken werd beschreven, als liefde, God, de bron, hoe je het ook maar noemen wilde.
Ze hadden Opa geleerd dat je aan allerlei regels moest voldoen, om te kunnen geloven. Regels die steeds onzinniger leken te worden.

Prulleke:
Waar vond je dat geloof dan precies?

Opa:
Op een rare plek lieverd, op een moment dat Opa heel erg ongelukkig was. Diep in zichzelf. Het was niet in een gebouw zoals een kerk. Het was eerder een gebouw waar je liever niet komt, waar je eenzaam en alleen bent. Waar je in het donker niemand anders meer treft dan je eigen ziel. Diep in die donkerte was er toch een moment dat het licht werd, zonder dat iemand de lamp aan deed. Opa hoefde alleen maar aan Oma te denken.

Prulleke:
Maar Opa, dan heb je dus helemaal geen gebouw nodig om God te vinden?

Opa:
20121124-160532.jpgDat klopt lieverd. God woont niet in een gebouw. God kun je ontmoeten op de vreemdste plekken. Zo maar, buiten in de natuur, in een ijsvogel of diep in jeZelf.
God leeft in de mensen om je heen, die van je houden, en voor je zorgen. God is de bron van liefde, en als je goed kijkt, vind je die overal. Vaak ontmoet je hem op de momenten waar je het nooit verwacht. Ik zie hem altijd, meteen, als ik diep in jouw oogjes kijk.

Prulleke:
Maar, ehhhh… wat gebeurt er dan met die gebouwen Opa.

Opa:
Veel van die gebouwen worden bestuurd door organisaties die moeten luisteren naar oude mannen uit Rome. Die zeggen dan weer allerlei rare, domme dingen die niets met liefde te maken hebben. Dus steeds meer mensen willen met die organisatie van die kerken iets te maken hebben. Dus, als er dan geen geld meer is, en men kan de gebouwen niet meer gebruiken, dan worden ze gesloopt.

Prulleke:
O, dus misschien staat over een tijd deze kerk er ook wel niet meer.

Opa:
Dat klopt lieverd, over een tijd, een hele lange tijd, zijn al die gebouwen misschien wel weg. Dan weten de mensen niet meer, waarom ze er ooit hebben gestaan. Maar dan kan Opa je dat altijd nog vertellen hoor.

Prulleke:
20121124-160703.jpgNou, Opa… Ik weet het wel hoor. Die kerk heeft er ooit gestaan omdat in de tijd, dat jij nog klein was, God daar woonde. Maar toen jij dus al lang daar niet meer kwam, kon God jou toch nog vinden. Als God jou weet te wonen, dan kunnen we hem toch samen altijd vinden.

Opa:
Ja hoor Prulleke, wij kunnen hem samen altijd vinden. Overal. Altijd.

 

Diervriendelijk vlees?

Diervriendelijk vlees

20121111-130720.jpgJa, ik eet wel eens een stukje vlees. Niet dagelijks, maar laat ik om te beginnen hier meteen aangeven dat ik geen pure vegetariër ben. Toch ben ik mij terdege bewust dat, als we anders met ons voedsel en omgeving omgaan, er veel voor onze wereld en natuur te winnen valt. Hoe diervriendelijk ben ik dan?

Nu ben ik in principe graag vriendelijk voor dieren, maar sinds wanneer kan vlees ook vriendelijk zijn. Vreemd…
Volgens mij sinds een handige reclame goeroe bedacht heeft dat de term “diervriendelijk vlees” een geweldige truc is om ons met een gesust geweten een stukkie vlees te laten verorberen. Zo van, ach, het beestje heeft een mooi leven gehad, dus dan is het geen probleem.
Diervriendelijk vlees is in feite een “contradictio in terminis” ofwel tegenspraak in termen.
Organisaties als Wakker Dier, die ik overigens een zeer warm hart toedraag werken goed samen met clubs uit de vleesverwerkende industrie om er voor te zorgen dat de leefomstandigheden van de beesten verbeteren. Klasse!

Toch zou ik ze op willen roepen om dit soort eufemismen te vermijden.
Stel je komt op straat en iemand wil je doodslaan met een ijzeren knuppel, maar, weldenkend als hij is, hij besluit je dan toch maar te doden met een injectienaald.
Dan gaan we jou toch ook geen “mensvriendelijk slachtoffer” noemen?

Stemmingmakerij

Verkiezingstijd. Politici moeten stemmen werven, dat begrijpen we allemaal. De tijd van spierballentaal en roeptoeterij is dan ook weer helemaal aangebroken.

20120826-160338.jpgWat me opvalt is dat de gemiddelde politicus niet echt geleerd heeft om op een fatsoenlijke manier te communiceren. Ze laten elkaar niet uitpraten, kunnen zichzelf alleen de hemel in prijzen door een ander af te kraken en zijn overtuigd van het gegeven “dat de hardste schreeuwers toch wel gelijk krijgen”.

In hun stellingnames appeleren ze continu aan het angstgevoel van hun doelgroep. Ze denken te weten hoe de kiezer denkt en zitten vol met aannames over hun gedrag en keuzes. Het feit dat er ooit werd gesproken over de zgn. gemiddelde kiezer in termen als “Henk en Ingrid” was al te ziek voor woorden. Ook al zegt men dat dit achterhaald is, je ziet aan de non-verbale communicatie van onze toekomstige landsbestuurders, dat ze echt denken te weten wat er leeft. Bij sommigen straalt de arrogantie er van af.

Welnu: mijn verzoek aan deze politici: luister eens echt naar je medemens. Oordeel zonder te veroordelen. Laat zien dat mensen je raken en probeer eens beslissingen te nemen die gedreven worden door liefde, en niet door angst.

Heeft men jullie dan nooit uitgelegd waarom je slechts één mond hebt en twee oren?

Doe mij nog een biertje…

De tijd gaat snel, zeker op internet. Een paar jaar geleden was iemand die een weblog bijhield, vernieuwend bezig. Inmiddels begint het erop te lijken dat bloggen al weer ouderwets is. De sociale media lijkt het bloggen in te halen, in al haar nieuwste vormen. Vaak met de diepgang van een soepbord.
Als we kijken naar kwantiteit, en het gedrag van de huidige internetbezoeker, dan lijkt het er op, dat de snelle vluchtige wereld van de sociale media de harten van de meeste, vooral jongere, internetbezoekers, veroverd heeft.

Ook deze ouderwetse blogger, heeft de sociale media verkend. Ik twitter met vlagen, rommel wel eens wat op Facebook en ben zakelijk actief op Linkedin. Deze week was nog in het nieuws hoe verslavend de sociale media zijn. Veel jongeren kunnen geen minuut zonder hun gsm, en wanneer er een bericht binnenkomt, worden ze nerveus wanneer ze het niet meteen kunnen lezen. Iedereen wil zijn imago zo “snel en trendy” mogelijk in stand houden, en doet zich vooral mooier voor dan hij is. Eigenlijk, als je er een beetje langer over nadenkt, is het natuurlijk te krankzinnig voor woorden. Maar goed, “lang nadenken” daar hebben we al internettend weinig tijd voor.
Je bent in gesprek met iemand, die krijgt een berichtje binnen op zijn gsm en deze persoon onderbreekt het gesprek om deze gsm te checken. “Hallo, ben ik nog in beeld?” denk ik dan.

In gedachten bel ik over een jaar of 10 de huisarts. Voel me namelijk niet helemaal fit. De assistente neemt op: “Meneer Knappers, als u zich niet lekker voelt, stuur dan even foto van vanochtend via Facebook, dan kijken we er even naar, dat twitteren we uw recept meteen naar de apotheek, en dit kunt u dan zometeen al ophalen. Wel even uw gsm meenemen, voor uw identificatie graag.”

Al mijmerend loop ik de kroeg binnen, naast de apotheek. Heerlijke muziek, bekenden aan de bar. Ik bestel een biertje. Op het moment dat ik voel dat ik wat bij begin te trekken, begint mijn gsm te rinkelen. De apotheek, zie ik in mijn scherm….

Ik leun een stukje over de bar. Laat mijn gsm in de spoelbak plonsen.
“Doe mij nog maar een biertje, neem er zelf ook eentje, en heb jij toevallig de krant van gisteren liggen? Of kun je me vertellen wat er vorige week gebeurd is misschien?”

Wij bepalen toch of het goed komt?

Van nature ben ik een positief ingesteld mens. Als het hard gaat waaien geloof ik meer in het bouwen van een windmolen, dan in het schuilen achter een scherm. Toch is er iets wat mij verbaast.

Naarmate ik ouder wordt, lijkt het alsof de wereld om ons heen aan het verslechteren is. Zou dat ook echt zo zijn? Of komt het door de verandering van onze wereld, de honger naar sensatie van onze media en de oppervlakkige nieuwsgaring van onze huidige journalistiek?
Moord, doodslag, verkrachting, ontvoering en allerlei andere ellende lijkt aan de orde van elke dag te zijn.

Na wat gezoek op internet las ik ergens dat wereldwijd steeds meer landen in oorlogen verwikkeld zijn. De conflicten worden echter sneller beëindigd en eisen veel minder mensenlevens dan vroeger. Deze gegevens zouden afkomstig zijn van de Verenigde Naties.

Hieruit zou je dus moeten concluderen dat het niet slechter gaat dan vroeger. Het enige wat ik me dan kan voorstellen is dat we dus inderdaad door de huidige media zo overstelpt worden met “negatief” nieuws, dat we er vanzelf in gaan geloven.

Hoe meer van dit nieuws tot ons komt, hoe meer het volgens mij onze gemoedstoestand negatief kan beïnvloeden. Dit is dan ook de reden dat ik probeer om, net als velen, ook “goed en mooi nieuws” tot me te nemen. En te delen. Andere bloggers die daarin gespecialiseerd zijn, volg ik dan ook graag. Het zijn de lichtdragers die het handigst te volgen zijn, zeker in het donker. Dragen ze echt iets bij tot een positievere wereld, dan voeg ik ze regelmatig toe aan de kolommen rechts.

Als we een mooiere wereld willen, zullen we er zelf in moeten geloven. Zullen we er zelf iets aan moeten doen. Want volgens mij beslissen wij met zijn allen welke kant we uit gaan. Wij, dat zijn jij en ik. Toch?

Held agent

Tot mijn verbazing las ik vandaag in de krant dat in Amsterdam een “wildplassende peuter” een bekeuring zou hebben gekregen van 120 euro. Als het verhaal zo is gegaan, zoals de krant het graag beschrijft, dan is dit natuurlijk te belachelijk voor woorden. Is die agent wellicht aan een maandje vakantie toe?

Terwijl ik dit las, moet ik denken aan een voorval van een paar jaar geleden, langs de waterkant. Ik zat lekker ontspannen een middagje te vissen. Het was een prachtige voorjaarsdag, eigenlijk kon het niet mooier. Wat staren naar een dobber, tussen de prachtige natuur. Deze maandagmiddag bleek de eerste dag van een schoolvakantie. Iets verderop zaten twee jongens, ik denk een jaar of 14, met hun hengeltjes wat te rommelen. Ik heb ze nog even geholpen met het monteren van een nieuwe lijn en een dobbertje weggegeven. Aardige gastjes, ruimde netjes hun rommel op en er was dus niets op aan te merken.

Stopt er op een gegeven moment een politiebusje achter mij, met 2 agenten. De ordebewakers, die het vandaag de dag toch al zo druk hebben, vroegen mij om mijn visvergunnung. Die had ik netjes bij me, sterker nog, ik toonde hen ook nog een zogenaamde “loopvergunning” die je voor sommige stukken nodig hebt. Iets waar de heren overigens niet van op de hoogte bleken. Na dat ze mij gecontroleerd hadden, gingen ze naar de 2 jongens. Die bleken met oude visspullen van hun vader aan de slag te zijn, voor de eerste keer samen gaan vissen en hadden geen vergunning. Onze stoere agenten wilden daarom de jongens het liefst bekeuren. Ik kon het niet laten me ermee te bemoeien. De heren zijn namelijk s’avonds, als er in de wijk ergens wangedrag en ellende is, nergens (of te laat) te bekennen. Op het moment dat ze twee kinderen zien die geen kwattekwaad uithalen en eigenlijk iets doen, waar de meeste jongeren baat bij zouden hebben, dan vinden ze het nodig om dit aan te pakken. Volgens mij te belachelijk voor woorden.

Ze zouden deze jongens moeten complimenteren met deze leuke hobby en wellicht daarna de tip geven om even een vergunning te gaan regelen. Hoe dan ook, de jongens werden naar huis gestuurd. Wellicht heeft oom agent liever dat ze verveeld ergens aan een gokkast gaan hangen of zo? Of met blitse scootertjes door een winkelcentrum gaan razen?

Bizar. Zodra het voorjaar is, ga ik maar eens vissen. Liefst zonder vergunning dit keer.

Christelijk?

Ongelooflijk. Hoe politici als “sChriftgeleerden” zich houden aan hun regeltjes, en niet begrijpen dat er ook zoiets als uitzonderingen bestaan. Dat we dan soms die regels maar moeten veranderen. Het CDA mag wat mij betreft die C uit hun naam schrappen. Hoe “sChrijnend” men dat ook vindt. Er zijn momenten dat ik me bijna sChaam om Nederlander te zijn. Tijdens het kijken naar het gekakel en gekontendraai van de congresgangers van het CDA (waarbij de volledige partij zich buigt over de vraag of een kind volgens “wet en regelgeving” wel of niet uit ons land gegooid dient te worden) realiseerde ik mij hoe belachelijk het is om te zien hoe politici over de rug van een onschuldig kind hun puntjes scoren. Hun ego is helaas vaker sterker dan hun hart. Voor mij betekende Christelijk altijd zoiets als liefdevol, zorgzaam. Christus was een mens die opkwam voor zijn medemens. Hij zou zich omdraaien aan het kruis als hij wist hoe wij met zijn C omgaan.
Ik hoop dat Mauro kan blijven, en dat hij dat dan ook nog wil, in dit land….