In 1979 haalde ik mijn rijbewijs en ergens tijdens mijn militaire diensttijd kocht ik mijn eerste auto bij Jan Schoonen op de Bredaseweg. Het was een prachtige goudbruine Opel Kadett. Toen uit 1973 of zo. Met als ik me goed herinner een 1200 cc motorblok.
In die tijd maakten we veel minder foto’s dan nu; je had toen immers een echt fototoestel nodig. Ik geloof dat ik er ergens nog 1 fotootje van heb. Altijd spijt van gehad. Mijn eerste liefde op 4 wielen dan hè. Een paar jaar later zakte ik helaas door de vloer; dat was minder haha.
En dan ineens; rij ik bij moeders door de wijk en zie ik hem staan. Een paar dagen terug. Mijn eerste Kadett. Ik ben gestopt en belde aan bij het huis waar hij stond. Daar was een jonge gast op bezoek die deze auto nu rijdt. Stomverbaasd over mijn enthousiasme.
Geen stuurbekrachtiging, geen elektrische ramen maar wel simpele techniek. Er kon weinig aan kapot. We hebben even staan kletsen en even de foto’s gemaakt die ik niet meer had. Een vurige ontmoeting.
Take Five is een jazznummer van het Dave Brubeck Quartet. Het nummer is vrijwel de grootste hit van het kwartet en is te vinden op het album “Time Out” uit 1959.
Hier woonden mijn opa en oma Hopstaken in hun laatste jaren. En ook omaatje Knappers werd er liefdevol verzorgd. Bejaardenhuis De Brink in Roosendaal gaat momenteel definitief tegen de vlakte.
Een raar gezicht, juist in deze tijd nu de ouderenzorg zo onder druk staat. Lieve mensen van onze Thuiszorg bedrijven rennen en vliegen door stad en dorp om onze oudjes te verzorgen. Steeds moeilijker komen deze instanties aan personeel.
Al vanaf 2010 begon onze politiek met het systematisch slopen van de zorginstellingen voor ouderen. Onder Rutte 2 werden vanaf 2013 honderden bejaardentehuizen gesloten en ook in Roosendaal was De Brink (zie foto) al een tijd geen verzorgingstehuis meer. En gelukkig komt er iets nieuws…
Terwijl ik er langs rijdt, stop ik, maak een praatje met andere omstanders. De lucht van beton-stof wappert langs. Systematisch verdwijnt letterlijk elke verdieping. Natuurlijk voldeed dit gebouw niet meer aan de huidige eisen, maar was het dan zo slecht in die tijd? Zijn onze ouderen nu niet eenzamer dan toen? Wie wast er over een jaartje of 25 onze billen als we dat niet meer kunnen?
Het zijn vragen die bij het beton-puin liggen, en worden afgevoerd. Heel benieuwd ben ik wat onze politiek de komende jaren aan de ouderen-zorg gaat doen. Hoe lelijk het gebouw ook was, er is zoveel liefde van mens tot mens gegaan.
Van Spotify en YouTube krijg je aan het einde van een jaar wel eens een overzicht van de muziek die je het meest beluisterd en/of bekeken hebt. Ik weet nu al welk nummer dit aan het einde van 2024 zal zijn. Terwijl Sting met zijn vrouw in het publiek zit, brengt Gregory Porter dit nummer ten gehore. Zeldzaam mooi. Ik draai dit nummer echt grijs. Elk weekend even luisteren. De opname is van 2017. Het nummer is overigens uitgebracht in 1992 door Sting en Eric Clapton. Laten we maar zeggen dat ik het herontdekt heb een jaar of 7 later.
Met een woontoren van 15 tot 20 verdiepingen hoog, op deze locatie?
Een paar jaar terug kwam onze prachtige groene wijk De Westrand negatief in het landelijke nieuws. Als zogenaamde achterstandswijk van Roosendaal. Terwijl er momenteel echt wel meer wijken uit de 60-er en 70-er jaren stevig aandacht verdienen, heeft ons stadsbestuur duidelijk voor De Westrand gekozen. En, laat ik meteen toegeven, dat die wijk mooier, beter, gezonder en veiliger kan, dat zijn we natuurlijk met iedereen eens.
Voorlichtingsavond, is dat communiceren?
Op 28 november presenteerden diverse stakeholders en de gemeente de eerste plannen aan de buurtgenoten in het Huis van de Westrand. Daar bleek al snel dat alle aandacht van de gemeente vooral ging naar 3 bouwlocaties. Het Permekeplein (wat al jaren voor schandaal erbij ligt), de Liebau locatie (braakliggend terrein) en de BDO locatie. Overal wil men stevig de hoogte in, hoger dan vorige gebouwen waren/zijn.
Op de BDO locatie, hoek Burg. Freijterslaan en Jan Vermeerlaan kregen we op die avond van november te horen dat men een woontoren van 15 woonlagen in gedachten had.
Toen we op de avond van 29 februari de 2e bewonersavond gingen bijwonen, bleek men ineens te spreken over 15 tot 20 woonlagen. Dat daarbij hele delen van de Frans Broosstraat en Frans Halslaan de hele middag in de schaduw komen te liggen, tja, daar ligt ons stadsbestuur niet van wakker.
Megalomane plannen
Nee, het college van Roosendaal wil rond 2040 naar 100.000 inwoners, kost wat kost. Bij de vragen die op de eerste avond werden gesteld, kregen we op de tweede avond nog geen antwoorden. Toen de vragen wat kritischer werden, was het antwoord van de sprekers namens de gemeente: “Nee, er is een gedegen studie door stedenbouwkundigen aan vooraf gegaan, dus dat zat volgens hen wel goed”. Daar moesten wij het mee doen. Arrogantie ten top.
Ons huidige stadsbestuur krijgt wat megalomane trekjes. Een schattige wijk uit de 60-er jaren zou ineens een upgrade moeten krijgen naar een soort van Kop van Zuid.
Belabberde Gebiedsvisie
Afgelopen donderdagavond, 28 maart, hebben we met wat inwoners uit de wijk de commissievergadering van de gemeenteraad Roosendaal bijgewoond, waar de Gebiedsvisie Westrand besproken werd. Een Gebiedsvisie die overigens vol fouten en aannames zit, en waar een zonnestudie in beschreven wordt die onjuist is. Een Gebiedsvisie die gemaakt is zonder eerst met die inwoners goed te praten. De mensen die naast deze geplande monsterlijk hoge torenflat wonen, komen een groot deel van de middag in de schaduw. Wat doet dit met uitzicht? Privacy? Woongenot? Parkeergelegenheid?
Natuurlijk moet er gebouwd worden en zijn er meer woningen nodig. Maar waarom moet onze wijk Westrand ineens zo bloeden voor al de achterstallige woningbouw plannen van deze gemeente?
Snapt de wethouder de verkeerssituatie eigenlijk wel?
De wethouders die zo enthousiast zijn over deze plannen, zoals een Klaar Koenraad die dit in haar portefeuille heeft, sprak ook over smallere rijbanen in de Freijterslaan. En aanpassingen in de Jan Vermeerlaan. Heeft ze de afgelopen jaren in de spitsuren de levensgevaarlijke turborotonde op de Freijterslaan al eens bekeken? Snapt ze werkelijk wat voor een verkeersdruk er al op deze wijk rust?
Als zij en haar college zo blij worden van een markante woontoren, en zij dit zo ‘status verhogend voor Roosendaal’ vinden, waarom zetten ze deze toren dan niet in de buurt van de Vlietbrug? Daar heb je geen overlast voor omwonenden en zit je meteen bij het station. Hoe handig is dat inzake parkeren en minder autogebruik en al het treinverkeer passeert de toren.
Is hoogbouw eigenlijk groen te noemen?
Deze artist-impression ziet er best sympathiek uit omdat hij vanuit een vluchtpunt is getekend waardoor 15 tot 20 woonlagen schattig lijken.
Bron beide afbeeldingen: Gebiedsvisie Westrand Roosendaal
Een aantal politici hebben als argument aangedragen dat hoogbouw ‘groen’ is vanwege de mindere druk op de groene ruimte. Dit terwijl diezelfde politieke partijen toch al die landbouw willen aanpakken en verkleinen? Dan kun je toch prima uitbreiden met huizen bouwen.
Ik wacht op antwoord van de wethouder
Uit onderzoek is bewezen dat hoogbouw, met name in de avonduren, een gevoel van onveiligheid geeft aan mensen in die hele wijk. Terwijl we toch juist deze wijk een veiliger gevoel wilden geven?
We leven in een vrij land, en dat moeten we koesteren.
Als we 1600 kilometers naar het Oosten rijden, dan zijn we in Lviv in Oekraïne.
Iedereen kent de verschrikkelijke journaalbeelden. Iedereen die denkt dat wij in Nederland 100% van een oorlog met bombardementen gespaard blijven, die leeft misschien in een sprookje. Ik vraag mij met alle respect voor ieders keuze toch serieus af wie er dan in een toren van 15 tot 20 hoog wil wonen?
De genoemde wethouder hierboven, vind dat er voldoende onderzoek is gedaan. Niemand van deze politici is tot nu toe bij de omwonenden op de koffie geweest.
Aan Klaar Koenraad heb ik de vraag gesteld wat zij er van zou vinden als er zo een woontoren pal naast haar woning zou komen. Ik wacht nog op antwoord.
VIJF JAAR GELEDEN al (december 2018) schreef ik aan de lezers van mijn blogje, deze tekst. Ik las hem nu eens na, en er is eigenlijk (helaas in de wereld) niets veranderd…. Dus wens ik je bij deze voor 2024 alle goeds!
Hieronder mijn tekst, een copy/paste van 21 december 2018
Na een prachtig jaar van nieuwe inzichten, gekke ideeën en strijd, beleven we vandaag alweer de kortste dag van het jaar. De winter is begonnen, al zou je het misschien, niet meteen zeggen. Inmiddels is het jaren geleden (het was 2007) dat ik begon met bloggen. Het lijkt alsof het oude schrijfwerk is ingehaald door de sociale media. Maar juist die sociale media hebben de afgelopen jaren weer een draai aan mijn blog gegeven. Verfrissen, vernieuwen is leuk. Anderzijds, gewoon doen wat je altijd leuk vond, dat is misschien nog leuker. Genieten.
Zo terugblikkend onder de kerstboom voel ik mij een rijk man. Mijn geliefden zijn gezond, we hebben een fijn leven in een vrij land. Vrijheid is een groot goed. Met kerst zou je eigenlijk willen dat iedereen dit had. Dat je een journaal kunt kijken zonder miljoenen mensen op de vlucht te zien. Dat er geen landen zijn waar duizenden kinderen sterven van de honger. Of slachtoffer zijn van oorlog en genocide. Eigenlijk zou ik het liefst al die mensen, die niet in staat zijn om dit bericht te lezen, maar wel in die ellende leven … eigenlijk zou ik die vooral fijne kerstdagen willen wensen. Een gezond NIEUW JAAR. Of gewoon een veilig dak boven hun hoofd.
En al die boze mensen in West-Europa, die protesteren en gele hesjes dragen met een ander doel dan “opvallen in het verkeer” zou ik willen zeggen:
Wees de verandering die je wilt zien in de wereld.
Kijk om je heen, tel je zegeningen.
En als je iets wil doen, doe dan eens iets goeds. Voor een ander.
Ken je dat? Dat je bij het zien van bepaalde voorwerpen, of het horen van een liedje, altijd aan die ene persoon moet denken. Wij, mijn vrouw en ik, hebben dat met maïs. Tijdens onze laatste vakantie in Normandië spraken we af dat we het alleen nog maar zouden benoemen op de momenten dat er aan beide kanten maïs groeide. Welnu, dat hebben we geweten, want dagelijks reden we over de mooiste landweggetjes aan de kust en groeide de lange Mexicaanse grassen aan beide kanten.
Ons Pa, vond het de laatste jaren van zijn leven, toen hij wat minder mobiel werd, heerlijk om een eindje te rijden. Op zondagen voorin de auto, hele middagen toeren door de omgeving en de wereld bekijken waar hij vroeger fietste. Het laatste jaar van zijn leven (hij is 90 mogen worden) was een kort avondje door de lange schaduwen van West-Brabant al zaligmakend. Er wordt hier de laatste jaren meer en meer mais verbouwd. Als we daar langs reden had pa altijd commentaar. Hier wat voorbeelden:
‘Jeetje, die maïs is vast nog maar net geplant.’
‘Zo, de maïs staat er weer mooi bij dit jaar!’
‘Nou, zo hoog heb ik de maïs hier nog nooit zien staan’.
En zo had hij er nog een paar. Pa had iets met maïs, en, wij nu dus ook. Als ik op de motor ergens langs lange maïsvelden rij, hoor ik mijzelf in de helm zeggen: “Hoi Pa”. Een veld vol met maïs is niet zo maar een veld meer. Het is de herinnering aan vroeger tijden, aan een mooi mens. Ik mag er graag langsrijden. Altijd met een glimlach.
Dat is een vraag die in Roosendaal door ouderen soms gesteld wordt. Er waren natuurlijk verschillende takken. De groenteboer, de begrafenisondernemer. En de bakker.
Mijn opa, Willem Knappers, was Bakker. En duivenmelker. In de Kalsdonksestraat 69.
In een zijstraatje van de Kalsdonksestraat ben ik geboren. In het Hofstraatje, naast het Patronaatsgebouw. Als klein manneke van een jaar of 4 liepen we al te voet naar opa en oma. De bakkerij was aan de zelfde kant van de straat en we hoefden niet eens over te steken.
Als ik ergens de lucht van een bakkerij ruik, van vers warm brood, ben ik zo terug. Iets van 55 jaar geleden lijkt gisteren. “Ik kom de bakkerij binnen, achter de winkel, en meteen naast de deur rechts staat de snijmachine. Toen een heel modern apparaat. Als de broden zijn gesneden dan liggen daar de krokante korstjes. Zeldzaam lekker zijn die als je in het voorbijgaan die er achteruit pikt”.
Je hoorde dan roepen ‘kijk uit voor je vingers!’ Als opa zijn suikergoed aan het maken was, dan was de bakkerij een soort van verboden terrein voor ons als kleinkinderen. Logisch…
Oma Knappers – Nissen (zie het bordje achter de winkelruit) werkte in de winkel, en had ondertussen de tijd om 7 zonen op te voeden. Overigens hebben die mannen heel wat van elkaar geleerd hoor. Opa Knappers maakte het lekkerste worstenbrood van Roosendaal, en suikergoed was zijn specialisme. Had je een leuk autootje of poppetje dan kon je het zo kwijt zijn als model voor zijn suikergoed. Jaren later heeft mijn ome Kees samen met Tante Toos nog de bakkerij gerund. Het pikken van die korstjes brood is meer dan een halve eeuw geleden, maar ik (John) vond dat het op een website, genaamd Knappers.nl eindelijk eens geschreven moest worden.
Dus als ze vragen, ‘van welke Knappers zijdegij er ene?’