Op de bedrijfsopening van een goeie zakenrelatie kwam ik hem weer tegen. “Hee, hoe gaat het met jou?” Jaren hadden we elkaar niet gezien of gesproken. “Goed!” zegt hij. “Top!”, en meteen krijg ik een heel verhaal te horen van het bedrijf wat hij runt, dat hij zich nu ook heeft ingekocht, hoeveel nieuwe producten ze in de markt aan het zetten zijn. Ofwel, hoe verschrikkelijk succesvol hij bezig is.
Soms vraag je dan meteen, “Nee, ik bedoelde dus: Hoe gaat het nu met JOU?”
Maar in dit geval koos ik ervoor om het zo te laten. Want eerlijk gezegd, ook ik vond het eigenlijk wel prima zo. Toen hij besloot om over zijn nieuwe zeiljacht te beginnen, kon ik hem net op tijd vragen: “Weet jij toevallig waar hier de toiletten zijn?” Hij zat zo vol van zichzelf dat hij er niet bij stil stond dat ik al jaren in dit bedrijf kwam, en meteen wees hij me de route…
Het is een manier van presenteren die we ons allemaal min of meer eigen mee hebben gemaakt. Natuurlijk zeg je liever dat het geweldig gaat. Altijd leuker als “slecht”. Moet je trouwens eens proberen. Dan weet je pas wat voor relatie je hebt met je gesprekspartner.
En, het is ook niet altijd nodig om precies eerlijk te zijn, want voor je het weet, ben je een uur verder in een gesprek waar beiden eigenlijk niet op zitten te wachten. We hebben dan ook al geleerd, van jongs af aan, om ons masker op te zetten.
De maskers zijn bijv. vaak groot bij mensen die hun identiteit afspiegelen aan de geweldige carrière die ze hebben, het mooie huis wat ze daardoor mogen betalen, en de dikke auto die ze er van kunnen rijden. Status en imago, doen het natuurlijk prima onder een masker. Totdat er een moment komt, dat het masker afvalt. Dat die prachtige minister van dat keurige land, het toch met zijn secretaresse blijkt te doen in een slonzig hotelkamertje. Of, dat die stinkend rijke onroerend goed ondernemer, het toch nodig heeft, om voor een paar ton een bejaard echtpaar op te lichten. Het zijn deze momenten, waarop blijkt dat “succes” misschien wel een keuze is, maar ook gepaard kan gaan met het dragen van een masker.
Tenenkrommend vind ik altijd de mensen, die je aanspreken met een glimlach tot achter hun oren, terwijl de rest van hun lichaam en geluid je eigenlijk aangeeft dat ze totaal niet in je geïnteresseerd zijn. Dit soort mensen zou je eigenlijk moeten vragen: “Heeft u geen last van de elastiekjes?”
Genieten kan ik van mensen die gewoon durven zijn wie ze diep van binnen zijn. Een prins Claus bijvoorbeeld, die eind 90-er jaren tijdens een belangrijke lezing, demonstratief zijn stropdas af deed! Of een schatrijke eigenaar van een bedrijf, waar een paar duizend mensen werken, die wanneer er op zijn kantoor een verwarmingsmonteur aan het klussen is, de man, die wat langer nodig heeft dan de ochtend, een boterhammetje met smeerkaas aanbiedt uit zijn trommeltje. En die samen met deze man lekker even opsmikkelt.
Maskers. Prima natuurlijk, ze hebben voor een heleboel mensen ter wereld, en in de geschiedenis, een prachtige functie. Culturen zijn er op gebouwd. Maar, hoe mooi ze de mens ook mogen versieren, het beste hangen ze wat mij betreft nog steeds aan de muur !! En prachtig zijn de mensen die begrijpen waarom ze daar zo mooi hangen.
