Dat ik een terugblik op het jaar eigenlijk nooit te vroeg moet schrijven, dat bleek vorig jaar. Op 18 december 2024 schreef ik dit artikeltje: Omkijken, en af en toe even de gordijnen dicht doen. We hadden natuurlijk geen idee wat er een week later zou gebeuren.
Op kerstavond, 24 december 2024 overleed onze zoon Christiaan. Op die normaal zo mooie avond voltrok zich voor ons een ramp. Na de crematie, 3 januari dit jaar dus, schreef ik die ramp van me af. Het moest de ether in. Ik wilde het van me af gooien. Natuurlijk werkt dat zo niet. Toch, elke keer dat je verdriet deelt, zou het wat lichter moeten worden.
Eigenlijk schept ruimte
Ik begon deze tekst met ‘eigenlijk’, en dat woord schept ruimte. En wederom schrijf ik een paar dagen voor dat het kerst is, een artikel. Waarom? Omdat dat mijn traditie is, om in de dagen voor Kerstmis even om te kijken. En de week later een nieuw begin te maken.
De vraag die bleef hangen was zinloos. De waarom-vraag. Elke vraag over de zin van het leven is zinloos. Beroemde filosofen hebben er boeken over vol geschreven. De enige zin die volgens mij het leven heeft is de invulling die jij er zelf aan geeft.
Ondertussen in de tuin
Terwijl ik dit schrijf, kijk ik de tuin in en zie de roodborst rondscharrelen. Van boom naar struik, van struik naar zaadsilo en dan weer voor het raam op de stoel. Hij geeft een show, en zegt ons gedag. Doet ontzettend zijn best om op te vallen.
Ken jij het oude Keltische verhaal van de roodborst?
Er gaat een oud verhaal rond dat als een roodborst je bezoekt, dat het mogelijk een oude geliefde is. Iemand die jou mist, en die jou wil ontmoeten. Die verlangt naar zo een dag, net als jij. Die zegt, ik ben elke dag bij je, en daarom stuurt hij die roodborst bij je langs. Een brenger van troost en hoop. Om je te laten weten, ik ben er, en we zien elkaar. Ooit.

Met dank aan mijn motorvriend en natuurfotograaf Hans Viveen voor de prachtige foto, van een zingende roodborst.