Hoor wie klopt daar kinderen….. We zaten rustig binnen en toen werd er hard op de deur geklopt. Onze dochter ging samen met kleindochter naar de deur. Snel open. Een boel cadeaus. Maar, waar is Sinterklaas dan?
Prulleke:
Opa, waar is Sinterklaas gebleven?
Opa:
Ik denk dat hij al snel weer, samen met Piet, naar andere kindjes is, om daar ook cadeautjes te brengen?
Prulleke:
Maar nu heb ik hem niet gezien?
Opa:
Ja lieverd, maar je weet toch dat hij jou niet vergeten is?
Prulleke:
Ja. Zullen we de cadeautjes naar binnen brengen?
Opa:
Laten we dat maar doen dan…
Bijzonder toch. Hoe we als kind leren geloven in iemand. Die overal tegelijk kan zijn, alles over ons weet en geen enkel iemand vergeet. Zodra we een jaar of 6 zijn, dan is er altijd wel een volwassene die ons uit die droom helpt.
Als we later, de droom vergeten soms, zelf volwassen zijn, dan moeten we zoveel moeite doen, om dat spontane, eerlijke geloof terug te vinden. Of te behouden.
Geloven is moeilijk in een wereld waarin volwassenen denken alles te moeten weten. Maar waar de onwetendheid groter is dan de echte kennis.
Een wereld waarin wetenschappers elkaar met bewijzen voor de gek houden.
Een wereld waarin wordt gestreden om macht en bezit.
Een wereld waarin miljoenen kinderen nauwelijks of niet te eten hebben.
Ik vertel het mijn prulleke maar niet.
Straks wordt ze nog boos op Sinterklaas.
Omdat hij dan toch al die kinderen vergeten is….
En waarom geloven er meer mensen in Jezus dan in Sinterklaas? En waarom zouden wij op jonge leeftijd al onze onschuld moeten verliezen? Wat is daar het feitelijk nut van?